Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoor, Israel! gij zult [1]heden over de Jordaan gaan, dat gij inkomt, om [2]volken te erven, die groter en sterker zijn dan gij; steden, die groot en tot [3]in den hemel gesterkt zijn; 1. Dat is, haast binnen korten tijd. 2. Dat is, landen der volken, die, enz. Want die volken moesten zij uitroeien naar Gods bevel. 3. Zie boven, hfdst.1 vs.28.